Stiens - Harlingen / Franeker


Stiens - Tzummarum

Op het spoor in Stiens is het erg stil geworden nadat de laatste trein hier op 28 februari 1997 is vertrokken, en het ziet er naar uit dat dat voorlopig ook wel zo zal blijven. Het spoor naar Leeuwarden, het laatste restant van het NFLS-spoornet, ligt er nu verroest en overwoekerd bij. Geen trein kan meer in Stiens komen, want bij diverse overwegen is het spoor zo grondig opgeruimd dat de minder oplettende automobilist niet eens in de gaten heeft dat hij er het pad van de NFLS kruist.

In Stiens zelf is de sfeer van het NFLS-verleden echter nog goed te proeven. Het witgeschilderde station is tegenwoordig in gebruik als woonhuis, maar aan de spoorzijde is de oude perronkeerwand nog makkelijk te herkennen. Het emplacement is voor het grootste deel verdwenen maar de twee perronsporen liggen er nog wel, waarbij de ruimte tussen beide sporen aangeeft waar het tweede perron gelegen heeft. Spoor 2, van waar de treinen richting Dokkum vertrokken, deed de laatste jaren alleen nog dienst als omloopspoor en is daarom in het verleden een flink stuk ingekort.

Direct voorbij het station ligt een wissel waar het tweede spoor aansluit op het eerste, maar doordat de stelinrichting half gedemonteerd is blijft het wissel nu permanent in een soort besluiteloze middenstand liggen. Zo er hier al een locomotief voorbij zou komen, zou deze dus bij het terugrijden onherroepelijk ontsporen!

Ten westen van het station, een eindje van de spoorbaan af, is ook nog de imposante voormalige locloods en werkplaats van de NFLS te vinden. Dit grote gebouw, met ruimte voor niet minder dan vijf sporen, wordt tegenwoordig door de firma Brandsma gebruikt als opslagplaats voor poot- en zaaigoed.

Enkele koelwagens staan bij de loodsen van de ZPC te wachten op het volgende aardappeltransport ( 21-02-1995, Oege Kleijne )



Het roestige en overgroeide spoor loopt hierna nog zo'n 600 meter door, waarbij enkele vervallen overwegen worden gepasseerd. Rechts ligt op een gegeven moment de aansluiting van de ZPC waar tot 1997 nog koelwagens met aardappelen werden afgevoerd, het allerlaatste goederenvervoer op het NFLS-net.
De 2449 nadert Stiens en is net de overweg in de Lege Hearewei gepasseerd. Links is het in onbruik geraakte spoor richting Tzummarum te zien, dat voorbij de overweg naar links afboog ( 24-10-1974, Oege Kleijne )



Even verderop staan links van de spoorbaan nog een aantal nieuwbouwwoningen aan een straat genaamd "Spoarbuert", maar toen vond men het in Stiens ook wel welletjes met het spoor. Oorspronkelijk liepen de sporen naar Tzummarum en Dokkum tot hier parallel aan elkaar, om na de overweg in de Lege Hearewei elk een eigen kant op te gaan. Getuige een oude topografische kaart waren beide sporen in 1985 nog tot een paar honderd meter voorbij de splitsing goed te volgen.



Tegenwoordig eindigt het spoor echter net voor de Lege Hearewei in een stootblok, en is er aan de overkant van deze weg een nieuwbouwwijk aangelegd op de plaats waar de splitsing lag. Eén woning is zelfs direct in het verlengde van het spoor gebouwd, zodat heraanleg van de lijn naar Tzummarum er voorlopig wel niet meer in zal zitten. Een eindje rechts voorbij de overweg stond vroeger ook nog wachterswoning 2, een van de weinige van de NFLS; deze is echter al in 1963 gesloopt.



Door de nieuwbouw is de spoorbaan tot aan de rand van de bebouwde kom van Stiens verder geheel van de aardbodem verdwenen, zodat ik maar besluit mijn zoektocht aan de andere kant van de N357 voort te zetten. Het spoor liep vanaf hier in een vrijwel rechte lijn door de akkers naar Vrouwbuurtstermolen, en is op de kaart van 1985 nog duidelijk te herkennen. Op een luchtfoto uit 1989 zijn enkele delen van het traject inmiddels al verdwenen, maar vooral in de buurt van Stiens is de spoorbaan daarop nog steeds duidelijk zichtbaar.

Anno 2000 echter is er in de bietenvelden geen spoor meer van te ontdekken, het hele traject blijkt hier door alle landbouw-activiteiten dus in korte tijd vrijwel geheel te zijn ondergeschoffeld. Alleen bij een boerderij halverwege (178.84/587.51) ligt er nog een pad op de voormalige spoorbaan, en is aan een hobbel in de weg te zien waar de overweg lag. Bij de volgende overweg is verder nog een stukje originele spoorsloot te zien, maar veel stelt dat natuurlijk ook niet voor...


Na een kort ritje kom ik in Vrouwbuurtstermolen, een gehucht dat uit niet veel meer dan een paar huizen en één fabriek bestaat. Niettemin zijn de producten van de lokale industrie regelmatig op de wegen in geheel Nederland te bekijken, want in deze fabriek worden de kleine heftrucks van de firma Kooiaap gemaakt die achterop menige vrachtwagen te zien zijn. Het station van Vrouwbuurtstermolen ligt een eindje verderop, aan de rechterkant van de weg. Het is onduidelijk waarom het station niet de naam Oude Leije heeft gekregen, want dit dorp is een stuk groter dan Vrouwbuurtstermolen (relatief gesproken, natuurlijk!) en lag bijna even dicht bij de spoorlijn.

Hoe het ook zij, na een aantal anonieme jaren houdt het oude stationsgebouw tegenwoordig zijn naam op de perrongevel weer in ere. Er is sinds het NFLS-tijdperk relatief weinig aan het gebouw zelf en de omgeving veranderd, alleen groeien er tegenwoordig de nodige struiken en bomen rond het station. In de tuin is de oude perronwand nog aanwezig, verderop bij de weg staan enkele telegraafpalen en in het gras ligt er zelfs nog een stukje spoor van zo'n anderhalve meter! Het lijkt er dus op dat de huidige bewoners het stationskarakter van het gebouw graag willen handhaven.

Na zo'n 100 meter steekt de spoorlijn de Oude Rijd over, een niet al te brede vaart. De gemetselde landhoofden van de oude spoorbrug liggen er nog steeds en dragen nu een lichtere brug, bestemd voor fietsers en voetgangers. Aardig om te weten is dat de route van de Elfstedentocht onder deze brug doorloopt, dus wellicht komt hij bij een volgende tv-reportage nog eens in beeld. In 1906 werd een havenspoortje vanaf het station naar de oever aangelegd, waaruit blijkt dat dit water vroeger toch wel de nodige scheepvaart moet hebben gekend. Nu dient het nog hoofdzakelijk als viswater voor de bezoekers van de plaatselijke camping.
In een aangenaam zonnetje en een stilte die alleen door de wind wordt verstoord, loop ik verder over de hoge spoordijk met links en rechts ruim uitzicht over de uitgestrekte akkers van Het Bildt. De landbouw is nog steeds belangrijk in dit gebied, er worden o.a. veel aardappelen (Bildtstar!), bieten en uien verbouwd. Deze landbouwproducten vormden vroeger dan ook de hoofdmoot van het goederenvervoer van de NFLS.

Wandelend over de dijk krijg je een aardig idee hoe een ritje met de trein hier vroeger moet zijn verlopen; het uitzicht zal op andere gedeelten van de lijn wel niet zo heel anders zijn geweest. Na 500 meter steekt het spoor een volgende wetering over, en ook hier is op de oude fundamenten een nieuw bruggetje aangelegd; het zal niet de laatste keer blijken!