Rond het jaar 1900 zag de spoorkaart van Nederland er al in grote lijnen hetzelfde uit als tegenwoordig. Alleen in het noordoosten van Nederland was kaart opvallend leeg: in het dunbevolkte gebied dat wordt begrensd door de lijn Oldenzaal - Almelo - Zwolle - Hoogeveen - Groningen - Nieuweschans moest men het nog altijd zonder spoorvervoer stellen. Het was te danken aan de NOLS (Noord Ooster Locaal Spoorwegmaatschappij) dat aan deze situatie in de daaropvolgende 10 jaar een einde zou worden gemaakt.
De gelijkenis in naam met de GOLS (Geldersch-Overijsselsche Lokaal Spoorwegmaatschappij) is zeker niet toevallig. Zowel qua doelstelling als opzet was de NOLS te beschouwen als een noordelijke variant van de GOLS. Jan Willink, eerder de drijvende kracht achter de aanleg van de GOLS-lijnen in de Achterhoek en Twente, was dan ook de 'architect' van het spoornet dat het noordoosten van Nederland uit zijn isolement moest verlossen. Helaas heeft Willink zelf de oprichting in 1899 van de NOLS niet meer mogen meemaken, hij overleed al drie jaar eerder. In 1903 begonnen de eerste treinen te rijden op het pas geopende trajekt Zwolle-Ommen.
De 26 kilometer lange lijn Zuidbroek - Delfzijl werd uiteindelijk pas op 5 januari 1910 geopend en was de meest noordelijke lijn van het NOLS-netwerk, dat verder nog Almelo - Mariënberg, Zwolle - Emmen - Gasselternijveen, Assen - Gasselternijveen - Stadskanaal en Zuidbroek - Stadskanaal omvatte. De exploitatie werd verricht door de 'Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen' (beter bekend als SS), die ook reeds het vervoer op de naburige lijnen verzorgde. Het voordeel hiervan was dat er geen 'dubbelstations' nodig waren zoals bij de GOLS in b.v. Hengelo en Winterswijk wel het geval was geweest. Voor de liefhebber van oude stations eigenlijk bijna jammer, want de NOLS-stations mochten zeker gezien worden. De architect, E.Cuypers, was dan ook de neef van niemand minder dan P.J.Cuypers, architect van o.a. het Centraal Station in Amsterdam.
Zoals op de meeste lokaalspoorlijnen liepen ook bij de NOLS-lijnen het vervoer en bijbehorende opbrengsten vanaf 1920 langzaam maar zeker terug. Voor Zuidbroek - Delfzijl kwam het einde uiteindelijk op 1 december 1934, toen Zuidbroek - Weiwerd werd gesloten. Eerder dat jaar waren de stoomtreinen nog vervangen door verbrandingsmotorrijtuigen van de serie omBC1900, maar deze laatste bezuinigingsmaatregel mocht dus ook niet meer baten. In 1936 werd het spoor tussen Zuidbroek en Weiwerd opgebroken; het resterende deel Weiwerd - Delfzijl werd verkocht aan de SS, die dit trajekt bleef gebruiken voor de in 1929 geopende verbinding Groningen - Slochteren - Weiwerd - Delfzijl. Deze lijn was echter al helemaal geen lang leven beschoren: in 1941 kwam er een einde aan het personenvervoer, in 1942 werd ook de goederendienst gestaakt en het spoor aansluitend opgebroken. Hiermee kwam definitief een einde aan de spoorlijn Zuidbroek-Delfzijl, maar niet aan het vervoer op dit trajekt: nog dagelijks vormt een groot deel van de oude spoorbaan voor veel auto's en fietsers de kortste route naar hun bestemming.
Het oude stationsgebouw van Zuidbroek stond er in mei 2000 nog steeds, maar het voortbestaan ervan is de laatste tijd wel erg onzeker geworden; er circuleren reeds plannen om het oude station geheel te slopen en op de vrijgekomen plaats een bushalte aan te leggen. Doordat alle karakteristieke elementen van het oorspronkelijke Waterstaat-ontwerp in de loop der jaren zijn verbouwd danwel gesloopt, lijkt het gebouw ook nog maar weinig historische waarde te hebben. Wat er nu van resteert is een vrij onopvallend rechthoekig bouwsel, dat er bovendien tamelijk verwaarloosd uitziet; in de dakrand aan de oostkant is zelfs al een flink gat zichtbaar. Vroeger lag aan deze kant van het station nog een kopspoor vanwaar de NOLS-treinen naar Delfzijl vertrokken. De plek waar het spoor lag is nog jarenlang duidelijk zichtbaar gebleven, maar na de ophoging van het eerste perron is weinig herkenbaars overgebleven.
Inmiddels zijn de sloopplannen voor station Zuidbroek gelukkig toch van de baan! Op 17 juli 2001 werd de stichting 'Noord-Nederlands Trein & Tram museum' opgericht, met als doel het vestigen van een museum in station Zuidbroek. Begin augustus 2002 werd begonnen met het opknappen van het stationsgebouw, waarbij het dak als eerste onder handen werd genomen ( kijk voor meer informatie over deze stichting op www.nnttm.nl ).
Interessanter dan de vergane glorie van het stationsgebouw is eigenlijk de oude goederenloods die aan de overkant van het emplacement staat, en nog in vrijwel de oorspronkelijke staat verkeert. Ook kan men aan de overkant van de straat in hotel Hulsebos, het voormalige stationskoffiehuis, nog altijd een bakje leut (of desgewenst iets sterkers) krijgen. Op de foto staat voor het koffiehuis een tram van de Eerste Groninger Tramway(!) Maatschappij te wachten op passagiers richting Veendam, Ter Apel en Pekela. Op het moment dat deze foto werd genomen was de NOLS nog niet meer dan verre toekomstmuziek, maar uiteindelijk zou deze de ondergang van de EGTM worden.
Een eindje ten oosten van het station ligt een onbewaakte overweg, waar de (spoor)wegen zich scheiden: één spoor loopt naar het oosten richting Winschoten, en het andere naar het zuiden richting Veendam. Vroeger boog hier nog een derde spoor naar het noorden af, namelijk de gezochte spoorlijn naar Delfzijl. Op de door mij gebruikte topografische kaart is van deze boog nog een tamelijk groot stuk van de oude spoordijk te zien, maar eenmaal in het veld valt dat flink tegen; al na een paar meter houdt de dijk op, en in het erachter gelegen weiland is niets meer van de spoorlijn te ontdekken. Begin jaren zeventig was de spoordijk hier nog helemaal tot aan het kanaal te volgen, maar een aantal jaren later is het grootste deel al afgegraven tot het restant overbleef dat op mijn kaart stond. Nu is dan kennelijk ook dit laatste resterende deel van de dijk zo goed als verdwenen.
Wie met de trein van Zuidbroek naar Winschoten rijdt ziet na de overweg aan de linkerkant nòg een oude spoorbaan liggen, maar dit is beslist niet de lijn naar Zuidbroek! Enkele tientallen jaren geleden is in de lijn richting Winschoten een nieuwe brug over het Wildervanckkanaal gebouwd, die iets zuidelijker kwam te liggen dan de oude brug. De spoorlijn is daarom een stukje verlegd, maar het oorspronkelijke tracé (inclusief resten van het grindbed) is nog altijd goed te zien. Tussen de oude en de nieuwe spoorbaan is een circuit voor motorrijders aangelegd dat, getuige de herrie die me al van verre tegemoetkomt, duidelijk in een zekere behoefte voorziet.
Terug nu naar de lijn naar Delfzijl! De nu afgegraven spoorbaan maakt een bocht door een weiland, steekt de Industrieweg over en kruist een stukje ongebruikt grasland om dan bij het Winschoterdiep te komen. Hier lag een draaibrug met aansluitend een viaduct over de Trekweg, die langs de noordkant van het kanaal loopt. De spoorlijn moet hier dus vrij hoog boven het maaiveld hebben gelegen, wat ongetwijfeld een belangrijke reden was om de spoordijk later af te graven. Zowel van de spoorlijn als de brug is hier dus niets meer te zien, alleen valt nog op dat de Trekweg ter plekke iets omhoog loopt en wat breder is, en bovendien een flauwe S-bocht maakt.
Ten westen van de brug is nog wel de voormalige brugwachterswoning nummer 15 te vinden, een verder weinig opvallend wit huisje.
Voorbij de brug liep de spoorlijn langs een opslagterrein van Provinciale Waterstaat verder in noordelijke richting , en daalde daarbij langzaam weer af tot normale hoogte. Ook hier zal de spoordijk zijn afgegraven, want in het weiland dat tussen het kanaal en de A7 ten noorden ervan ligt is niets meer te zien wat aan de spoorlijn herinnert. De A7 zelf is hier verdiept aangelegd waarbij elk mogelijk restant van de NOLS-lijn natuurlijk is verdwenen. Vroeger was de plek van de kruising met de voormalige spoorlijn echter makkelijk te herkennen aan de parkeerplaats die aan beide kanten van de weg was aangelegd.
Na al deze afgegraven spoordijken begint het echter aan de andere kant van de snelweg weer wat interessanter te worden; de spoorlijn is hier namelijk terug te vinden als een zandpad dat tussen de bomen loopt. Het pad begint zowat bij het geluidsscherm van de snelweg en loopt vanaf daar in een rechte lijn naar het noorden.
Na 150 meter kruist de lijn de Galgeweg, waar in de struiken naast het pad nog een bord staat waarvan de tekst door weer en wind bijna onleesbaar is geworden. Met veel moeite zijn nog de teksten "EINDE B WEG" (ondersteboven) en "VERBODEN AFVAL TE STORTEN" (of iets dergelijks) te ontcijferen, het is dus helaas geen restant uit het spoorse verleden.
Een meter of 50 voorbij de kruising met de Galgeweg stond aan de linkerkant van de spoorbaan vroeger de abri van halte Zuidbroek Dorp. De typische NOLS-abri is al jaren geleden afgebroken, maar het straatje dat er vanaf de hoofdstraat naar toe liep wordt nog altijd aangeduid als het Haltepad.
Een van de zeldzame foto's waarop de halte staat afgebeeld werd gemaakt voor het blad "Het Noorden in Woord in Beeld", de omgeving blijkt sindsdien wel enigszins veranderd te zijn... Wat op de oude foto verder nog opvalt is dat de rails ter hoogte van de zandweg nauwelijks nog zichtbaar zijn, deze foto werd dan ook pas ongeveer een jaar na sluiting van de spoorlijn gemaakt.
Na de halte is de spoordijk gemakkelijk tot in Noordbroek te volgen, op de oude spoordijk ligt een onverharde weg met daarnaast op het eerste deel een geasfalteerd fietspad. De spoorlijn loopt in een kaarsrechte lijn door de fraaie bossen en weilanden van Uiterburen, en passeert ook nog een van de vele aardgas-installaties die hier sinds de gasvondst bij Slochteren zijn aangelegd.