Terug naar de vorige pagina | Verder naar de volgende pagina |
Stuur een emailtje naar Bart Peters |
Na de brug over de Tzummarumer Vaart liepen beide sporen nog ongeveer 400 meter parallel, waarna het spoor naar Franeker richting het zuiden afboog. In het weiland is vrijwel niets meer van de sporen of de plek van splitsing te herkennen, het enige dat er nog resteert is een smal stukje spoordijk bij de ijsbaan en enkele nog bestaande sloten die vroeger naast de spoordijk hebben gelegen. Niet geheel onlogisch natuurlijk, aangezien het spoor hier al bijna zestig jaar geleden is opgebroken. Ook verderop blijft de spoorbaan volharden in zijn afwezigheid. Bij de eerstvolgende twee overwegen is niets meer van de spoorbaan te zien, hetzelfde geldt voor de spoorbrug die tussen beide overwegen middenin het weiland zou moeten liggen: op een oude luchtfoto is weliswaar iets te zien dat op twee landhoofden zou kunnen duiden, maar zo de brug er nog ligt is hij door de begroeiing en de afstand niet te zien. |
![]() |
![]() | Pas bij Oosterbierum, een kleine drie kilometer voorbij station Tzummarum, valt er weer wat te ontdekken: midden in een weiland ligt zo'n restant van een spoorbrug dat dit keer wel goed vanaf de openbare weg zichtbaar is. Eigenlijk wel een beetje een merkwaardig gezicht, zo'n eenzaam NFLS-bouwsel in een verder egaal vlak grasland: het toont maar weer eens aan hoe grondig de oude spoorbaan hier na het opbreken is weggewerkt. Tegelijkertijd is het ook een complimentje voor het vakmanschap van de bruggenbouwers dat men een eeuw later er nog steeds voor terugschrikt om deze degelijke, maar nu werkloze landhoofden te slopen. |
Een eindje voorbij de brug is er nog een stukje van de spoorlijn ontsnapt aan het Friese agrarische geweld: een wandelpad en een rij bomen markeren de laatste paar honderd meter die de trein uit Tzummarum nog moest afleggen voor deze station Oosterbierum binnenreed.![]() Het pad eindigt op een weg met de naam "Stasjonsreed", waarbij het woordenboek leert dat een 'reed' in Friesland zoiets is als een oprijlaan of wagenpad. |
![]() ![]() Station Oosterbierum ( mei 1973, Oege Kleijne ) | Bij de kruising staan wel een woning en wat andere gebouwen, maar helaas geen voormalig NFLS-station meer. Wanneer het stationsgebouw van Oosterbierum (overigens van hetzelfde type als Vrouwbuurtstermolen) precies is gesloopt is mij niet bekend, maar het moet ergens tussen 1973 en 1978 geweest zijn. |
Direct na het station boog het spoor af in zuidwestelijke richting en liep vervolgens in een kaarsrechte lijn naar het drie kilometer verderop gelegen plaatsje Sexbierum. Van dit gedeelte van de spoorbaan is in het veld helemaal niets meer terug te vinden, de waarschijnlijk toch al vrij lage spoordijk is verdwenen en bruggen of haltes zijn er op dit gedeelte nooit geweest.![]() Bij het binnenrijden van Sexbierum passeer ik een opvallend piramide-vormig gebouw, dat het 'Technisch doe-centrum Aeolus' blijkt te zijn, waar men van alles en nog wat kan opsteken over windenergie. Leuk, maar het doel van mijn bezoek ligt nu toch meer aan de zuidrand van het dorp, op de plek waar de spoorlijn de weg naar Franeker kruiste. Ten oosten van dit punt begint de "Spoardyk", een vrij korte straat die zo ongeveer bovenop de oude spoorbaan is aangelegd. Ten westen van de voormalige overweg ligt een grasveld met daarop een aantal tamelijk grote bomen, die 'toevallig' allemaal exact op een rechte lijn in het verlengde van de Spoardyk staan... |
![]() |
![]() | Wat meteen opvalt is dat het spoor hier alweer een stuk hoger boven het maaiveld ligt dan bij het station; kennelijk kwamen hier rond 1900 nog genoeg bootjes voorbij om de extra kosten van een hoge brug te rechtvaardigen. De op- en afrit van de brug zijn geheel afgegraven zodat er van de spoorbaan in de omgeving verder niets meer te zien is; op een luchtfoto daarentegen blijkt het traject nog prima herkenbaar door de iets andere kleur van de begroeiing! |
Geheel rechtsboven ligt station Sexbierum=Pietersbierum: vanaf hier liep de spoorlijn met een boog verder in zuidwestelijke richting. Links van het midden zijn de landhoofden van de brug over de Opvaart zichtbaar, welke toen nog niet was voorzien van een nieuw brugdek voor de wandelaars. Een eindje ten zuiden van de brug ligt aan het einde van een doodlopende weg boerderij "Swart Slot", met daarachter tot aan de Sexbierumer Vaart verder alleen nog maar uitgestrekte weilanden. Een landbouwweggetje dat van de boerderij richting de vaart loopt volgt voor een groot deel de oude spoorbaan, maar aangezien het privé-terrein is en ik dit soort weggetjes onderhand wel ken, houd ik dat nu maar voor gezien. In plaats daarvan ga ik op zoek naar de restanten van de spoorbrug, waarmee de treinen vroeger de verderop gelegen Sexbierumer Vaart overstaken. Deze vaart is behoorlijk breed en zal in de NFLS-tijd ongetwijfeld ook nog de nodige scheepvaart hebben gekend. Het is dan ook te verwachten dat deze spoorbrug aanzienlijk hoger en langer is geweest dan degene die ik tot dusver ben tegengekomen! De vaart loopt echter grotendeels dwars door weilanden zonder wegen in de buurt, zodat het nog even zoeken is om überhaupt bij de plek te kunnen komen waar de spoorbrug heeft gelegen. Uiteindelijk kom ik terecht op een fraai schelpenpad dat door de weilanden ten oosten van het plaatsje Wijnaldum loopt, en na een wandeling van ruim een halve kilometer sta ik dan op de met riet begroeide zuidoever van de Sexbierumer Vaart. Vanaf hier loopt er een breed, maar weinig gebruikt pad langs de oever in oostelijke richting, waar in de verte inderdaad al twee grote landhoofden van een bekend ontwerp te zien zijn. |
![]() |
Terug naar de vorige pagina | Verder naar de volgende pagina |
Stuur een emailtje naar Bart Peters |