In de hieronder op te vragen lijsten staan ruim 1500 straten in Nederland waarvan de naamgeving bij aanleg vaak direkt of indirekt verband hield met de aanwezigheid van een spoor- of tramlijn in de buurt. Dikwijls is het station of de lijn waar het om ging allang verdwenen (waardoor de naam Spoorweg of Tramweg opeens een heel andere betekenis krijgt!) maar de herinnering aan het spoorse verleden wordt op deze manier toch nog in ere gehouden.
Bij het samenstellen van de lijst is gebruik gemaakt van de Travelmanager van Andes (editie 1999) en een digitale versie van het Postcodeboek. De bestanden met straatnamen van beide programma's werden doorzocht op bepaalde sleutelwoorden, waarbij namen als bo
d uiteraard moesten worden overgeslagen. Er zijn geen straten opgenomen die werden vernoemd naar personen, met één uitzondering: de ooit zo beruchte Laan van Van der Gaag in Delft.
Een straat die de gemeentegrens kruist kan meer dan één keer in de lijst voorkomen, zoals de Oude Spoorbaan die zowel onder De Hoef als Zevenhoven is opgenomen. In een aantal gevallen ligt een straat niet in de opgegeven plaats zelf maar ergens buiten de bebouwde kom of in een klein dorp in de omgeving. Zo moet bijvoorbeeld de de Nolsstraat niet in Emmen zelf gezocht worden, maar in het iets noordelijker gelegen dorpje Weerdinge.
Ongetwijfeld zullen er in de lijst nog straten staan die hoegenaamd niets met rails te maken hebben gehad terwijl andere interessante straatnamen misschien nog ontbreken. Aanvullingen en verbeteringen zijn daarom altijd welkom op
.
Van Ewolt Wolters ontving ik verder het volgende leuke verhaal over spoorse straatnamen, dat midden jaren negentig ook in het bulletin van de Stibans verscheen:
Straatnamen en het spoor.
We vinden het niet ongewoon dat in de nabijheid van het station een
straat met een spoorse naam te vinden is of dat voor het station een
Stationsplein ligt. Evenmin vinden we het vreemd dat een station op zijn
beurt vernoemd is naar een straat. Toch intrigeerde mij dat en ben ik
eens in atlassen, postcodeboeken en dergelijke gedoken. Ik vond onder
meer de volgende eigenaardigheden.
In vele plaatsen vinden we een Stationsweg of Spoorstraat. Iets
zeldzamer is al een Spoordijk, Spoorbrugweg, Spoorsingel, Spoordijk of
Spoorbaan. Meestal is de naam wel te danken aan de nabijheid van de
spoorlijn. Soms moeten we oppassen voor generaal of dominee Spoor en
ronduit verwarrend is de Generaal Spoorkazerne in Ermelo.
U kunt nog gaan wonen Aan 't Spoor in Vroomshoop, 't Goeie Spoor in
Veenendaal
(helaas een verbindingsweg met slechts één huis -BP), Over 't Spoor in Scheemda, Het Spoor in Beers, Zonnig Spoor
in Borne, in Uithoorn Aan het spoor of in Leiden aan de Spoorbloem, het
Spoortje of aan de Seinpaalstraat. In Rhenen kunt u Achter de Lijn wonen,
in Hilversum aan de Spoorlijn en in Warmenhuizen iets bescheidener aan
't Spoorlijntje.
Capelle aan den IJssel en Maarssen hebben in een nieuwbouwwijk nabij
het station straatnamen gebruikt eindigend op spoor: in Capelle het
Breedspoor, Dubbelspoor, Kopspoor, Ringspoor, Smalspoor, Snelspoor,
Tussenspoor en Wisselspoor terwijl we in Maarssen het Antilopespoor,
Bisonspoor, Kamelenspoor en Zebraspoor vinden. Tenslotte biedt
Lisserbroek het Turfspoor.
Ook stations zijn legio vernoemd, maar onder de Stationsstraten
en aanverwanten wil nog wel eens een tram- of busstation zitten.
Zo vinden we her en der in Nederland de Stationsbuurt, Stationsdreef,
Stationsdwarsstraat, Stationsdwarsweg, Stationsemplacement, Stationserf,
Stationshoek, Stationslaan, Stationspad, Stationspark, Stationsplein,
Stationssingel, Stationsstraat, Stationstraat (let op het aantal s'en),
Stationstraverse en de Stationsweg. Opvallend is dat Amsterdam alleen
maar een Stationsplein heeft, ondanks het grote aantal stations dat onze
hoofdstad had en heeft. Zoetermeer bijvoorbeeld kent de 1e tot en met de
4e Stationsstraat en Groningen heeft 5 maal een station vernoemd. Daarbij
moet wel worden vermeld dat in die stad van de Oude Stationsweg niet veel
meer over is. Opvallend vaak heeft een dorp of stad een Stationsplein plus
een Stationsweg of -straat. In de Anna Paulownapolder en bij Rilland
Bath ligt rond het station, dat ver van de bewoonde wereld werd gebouwd,
een Spoorbuurt respektievelijk Stationsbuurt met die naam.
Evenwijdig aan het spoor vinden we in vele plaatsen de Parallelweg. Vaak,
in ongeveer driekwart van de gevallen is dit een -weg, slechts zelden een
Parallelstraat of iets anders; als de Parallelweg een nadere aanduiding
krijgt is dat vrijwel altijd een windrichting. Opvallende parallelwegen:
in Helmond langs vrijwel de gehele spoorlijn de Binnen Parallelweg,
de Buiten Parallelweg, de Heideparallelweg, de Houtse Parallelweg en de
Noord Parallelweg. Historie komt tot leven in Hengelo, daar vinden we
bij het station de Parallelweg LS en de Parallelweg SS, LS en SS staat
hier voor Locaalspoor en Staatsspoor.
Een postcode is verder toegekend aan overwegen in Haps, Ouderkerk aan
de Amstel, Scheemda, Sneek, Spankeren, Vorden, Wapenveld en Zutphen,
maar ook aan de emplacementen in Almelo, Barendrecht, Groenlo, Zwolle
en Oostvoorne. In die laatste plaats zal het wel het voormalige
tramemplacement betreffen.
In Friese plaatsen zijn de namen ook vaak in het Fries. Voor niet-Friezen:
de Stasjonwei in Snits is de Stationsweg in Sneek. Friese variaties die
ik tegen ben gekomen zijn Stasjonsleane, Stasjonsreed, Stasjonsstrjitte,
de Stasjonswei en bij Koudum-Molkwerum (Koudum-Molkwar in het Fries)
de Stationswei. Ook de Parallelwei komt enkele malen voor.
Ik heb het idee, maar heb het niet nagezocht, dat de Stationweg meestal
van de plaats richting station gaat, terwijl de Spoorstraat vaker parallel
aan het spoor ligt.
Bussum heeft begin deze eeuw een deel van de Stationsstraat hernoemd in
Generaal de la Reylaan; of deze Generaal uit de Boerenoorlog meer voor
Bussum heeft betekend dan het station durf ik oprecht te betwijfelen. Het
postcodeboek geeft een overzicht van straten die een andere naam
hebben gekregen, in Bocholtz, Bunde, Brunssum, Gulpen, Hantum, Heeze,
Kerkrade, Linne, Vlodrop, Voerendaal en Zelhem is een spoornaam vervangen.
Opvallend is dat met name in zuid-Limburg een groot aantal straten is hernoemd,
maar ja, ook veel gebouwen en mijnspoorwegen zijn daar afgebroken. Ik
vermoed dat een aantal gemeentelijke herindelingen de oorzaak is.
Hardinxveld-Giessendam echter heeft gelukkig de Raadhuisstraat nu de
naam Stationsdwarsstraat gegeven.
Maastricht heeft in de zestiger jaren van de vorige eeuw een aparte
Stationspoort gehad, die echter na een paar jaar al weer is afgebroken.
In Groningen heeft het belangrijkste station altijd het Hoofdstation
geheten. Nu wordt door de busbedrijven ter plaatse als naam voor dit
station Centraal Station gebruikt. Hoewel het geen straatnaam betreft
moet me toch van het hart dat ik dat een achteruitgang vind. Plaatsen
als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag hebben door de bundeling
van stations van diverse maatschappijen of lijnen een Centraal Station
gekregen.
Vaak is aan de hand van de straatnamen de ligging van het station terug te
vinden, jaren na de laatste trein vertrokken is. In Hoofddorp bijvoorbeeld
ligt het huidige station mijlenver van de Stationsweg: die weg dankt zijn
naam aan het HESM-station. In het nabij gelegen Aalsmeer vinden we rond
het voormalige station een heel wijkje met knusse witte huisjes, met de
Oude Spoordijk en Spoorlaan, maar ook met nieuwe namen als Perronzijde,
Seinpost, Stationsweg en Wissel. Wat verder, in Zandvoort aan Zee,
vinden we als een laatste getuige aan de halte nog de Haltestraat.
Ook in Apeldoorn en Koog aan de Zaan zijn spoorwijkjes: in eerstgenoemde
plaats de Tenderlaan, Lokomotiefstraat, Bufferstraat, Rangeerstraat,
Wissellaan en Seinbrugstraat. Koog biedt ons Spoorland, de Locomotief
en de Machinistenstraat. In beide gevallen liggen deze straten niet
op historische spoorgrond. In Rotterdam zijn oude spoorambachten
vernoemd: daar vinden we de Overwegwachter, de Seinhuiswachter, de
Machinistenhof en de Haltewachter. U kunt ze vinden vlakbij het nieuwe
station Zuid. Niet ver daar vandaan is trouwens sinds enige tijd de
Stoomtramweg te vinden. Rotterdam heeft ook Stootblok als straatnaam!
In een paar gemeenten wordt een niet meer bestaande spoorwegmaatschappij
herdacht in een straatnaam. We vinden in Amsterdam het Rhijnspoorplein
en in Rotterdam de Rhijnspoorkade. In den Haag heette de straat voor
het voormalige Rhijnspoorstation Rijnstraat. De Oosterspoorlijn
is vernoemd in Amsterdam (voor station Muiderpoort), in Hilversum
(achter het station, waar eertijds de locomotievenloods stond) en in
Hollandsche Rading. Engelbert bij Groningen heeft een Woldjerspoorweg,
op nummer 42 staat het voormalige stationsgebouw. Den Haag heeft nog
steeds een station Hollandsche Spoor. In Tilburg vinden we parallel aan
de spoorlijn naar 's Hertogenbosch de Zuid-Oosterstraat, vernoemd naar
de NZOSM. Dokkum heeft een snackbar genaamd "'t Dockumer lokaeltsje",
de bijnaam van de NFLS (en de straatnamen Bij 't Station, Spoorstraat,
Stationsstraat en Stationsweg); het station is echter afgebroken. In
heel noord-Friesland is trouwens veel van de NFLS terug te vinden.
Winterswijk heeft -ver van het station- een heuse Golsweg. Bovendien
vindt u in deze plaats, die zo rijk is aan spoorweggeschiedenis, een
Oude Bocholterbaan terwijl de voormalige spoorbaan richting Borken een
natuurgebied met rails is.
Nederland heeft een aantal fabrieken van spoorwegmaterieel gehad. In
Beverwijk en Haarlem is Beynes vernoemd, in Haarlem ook in de vorm
van een sporthal. Op het voormalige Werkspoorterrein in Utrecht is
nog iets van de voormalige fabriek terug te vinden in straatnamen
als de Schaverijstraat en de Vlampijpstraat. In Zuilen, waar veel
Werkspoorwerknemers woonden, vinden we nog een Werkspoorplein, Wattlaan,
Westinghousestraat en de onvermijdelijke Stephensonstraat. Werkspoor was
vanuit Zuilen te bereiken via de Tractieweg. Amsterdam heeft Paul van
Vlissingen geëerd met een straat in het industriegebied Amstel, ver van
de vroegere fabriek. In Rotterdam vinden we ter plaatse van de eerste
Allan-vestiging, toen Allan nog een meubelfabriek was, de Cederstraat en
de Palissanderstraat. De laatste Allan-vestiging bestaat nog steeds en
is nu in gebruik als werkplaats van de RET. Rond de hoofdwerkplaats van
de NS in Tilburg, tegenwoordig het revisiebedrijf, zijn diverse straten
met spoorse namen geweest. Nu vinden we nog steeds de Atelierstraat en
het NS-plein.
De mannen van staal die ons spoorwegnet hebben gebouwd zijn ook hier en
daar vernoemd. Rotterdam eert Cornelis Outshoorn, in meerdere plaatsen
in een straat naar Conrad vernoemd, maar of dat altijd naar de spoorman
is betwijfel ik. Winterswijk heeft Willink, de industrieel en oprichter
van de GOLS vernoemd. Hilversum, het heidedorp dat na de komst van de
Oosterspoorlijn van de HSM en van de omroep tot grote bloei is gekomen
heeft nabij station Noord niet alleen een Stephensonstraat maar ook is
de HSM directie vernoemd: Brade, Van Hasselt, Kretsmar van Veen en Kalff
hebben hier hun straat gekregen. Naar Van Hasselt, kwa gewicht en belang
te vergelijken met wat Plesman voor de KLM was, zijn ook nog een veerboot
van Enkhuizen-Staveren en een tramlocs van de HTM en WSM vernoemd.
Stephenson is in nog een aantal plaatsen vernoemd, in Vlaardingen
bijvoorbeeld loopt de George Stephensonstraat zuidelijk van de spoorbaan,
maar in vele plaatsen is de beste man vernoemd op het industrieterrein.
Almere heeft de architect Sybold van Ravesteyn met een straat geeerd, in
Haarlem is een Margadantstraat. Of die laatste straat is genoemd naar de
architect D.A.N. Margadant van het station ter plaatse is mij niet bekend.
Op oude spoortraces zijn vaak nieuwe wegen gelegd voor
rubbervoertuigen. Slechts bij wegen over geringe afstand en fietspaden
is de naam spoors. Niemand denkt rijdend op de drukke Abram van
Rijckevorselweg tussen Capelle aan den IJssel en Rotterdam aan de
Rhijnspoorweg of de Staatsspoorwegen. Evenmin zal iemand die met de
metro onder de Amsterdamse Wibautstraat rijdt zich realiseren
dat luttele meters hoger ooit diezelfde NRS heeft gereden. De bouwers
van de Metrotunnel hebben het wel geweten: massieve funderingen kwamen
ze tegen tijdens de aanleg van de Metro. En och, een halve straat verder,
waar vroeger het station van de Gooische Tram stond, was een paar geleden
nog Café Rhijnspoor te vinden. De Haagse Landscheidingsweg voert langs
nog bestaande ZHESM-gebouwen, kompleet met perrons. Er zijn gelukkig
uitzonderingen: het begin van het tracé van de oude aansluiting van paleis
't Loo op de lijn naar Amersfoort is in Apeldoorn terug te vinden onder
de naam Koningslijn - zij het dat het een wandelpaadje is geworden.
Toch, als u ooit in Zelhem in de Achterhoek komt, moet u daar het
zwembad bezoeken!
Minder goede vrienden van het spoor.
Je verwacht, op zoek naar spoorgebonden straatnamen, in Delft toch wel
een Laantje van van der Gaag, maar die is niet te vinden
(inmiddels wel, zie eventueel deze pagina -BP). Ruim honderd
jaar lang stopten in Nieuwersluis alle treinen dankzij de familie Doude
van Troostwijk; in Loenen aan de Vecht, Nieuwer ter Aa en Abcoude zijn
straten naar deze familie vernoemd! Ook vinden we in Kesteren en Tiel een
Betuwestraat terwijl men in die streek niet altijd zo positief tegenover
de Betuwespoorlijn staat.
Anderzijds: de rijwiel- en automobielindustrie is vaak gezien als een
concurrent van het railvervoer; deze industrie heeft zich verenigd in
de vereniging RAI en naar deze vereniging is wel indirekt een station
genoemd.
Laten we ons troosten met het Jan van den Bergspoor in Amersfoort, op
geen plattegrond en in geen postcodeboek te vinden maar vanuit de trein
goed te zien.
Gebruikte bronnen onder meer:
Het bovenstaande verhaal is niet kompleet, zo U inspirerende aanvullingen
mocht hebben, aarzel niet ze naar de redaktie van Uw lijfblad te sturen.
Behalve van het postcode boek, het 100.000 stratenboek, telefoonboeken
en Wolters' grote Provincieatlas, Wolters-Kluwer 1986, heb ik bij het
samenstellen van dit verhaal gebruik gemaakt van twee inspirerende
boeken: - het proefschrift van Ir. R. Dijksterhuis, Spoorwegtracering
en Stedebouw in Nederland, 1984. - Alexander Artz, Fietsen en wandelen
langs oude spoorlijnen, 1986.
T. Dernison, F. Jennekens, J. Voerman en R. van Wijk gaven mij waardevolle
tips.
De auteur woont zelf op de hoek van de Tenderlaan en de Lokomotiefstraat.